maandag 26 juni 2017

Amy Macdonald in de Oosterpoort (25-06-2017)

Als ik bij álle artiesten die in Groningen komen spelen na de gedachte "dat is erg leuk, daar moet ik heen" de daad bij het woord zou voegen, zou ik nu volledig verzadigd en bovendien hopeloos platzak zijn. De Oosterpoort bood ook dit seizoen weer een ruim aanbod, maar denkend aan de portemonnee was strenge selectie geen overbodige luxe. Gisteravond sloot ik het seizoen 2016/2017 af met een bezoek aan Amy Macdonald - de aankondiging van dít optreden was genoeg reden om meteen te bestellen.

Tien jaar geleden nog in het voorprogramma van Paul Weller - 2007, het jaar waarin This Is The Life het levenslicht zag en wellicht mijn meest gedraaide album ooit. De prettige eenvoud van folky pop gecombineerd met fijne tempowisselingen - ik kreeg er geen genoeg van. Opvolger A Curious Thing bracht echter geen enthousiasme teweeg; sterker nog, mijn liefde was in zodanige mate gezakt dat ik in 2012 Life In A Beautiful Light nauwelijks een tweede luisterbeurt gunde. Met iets meer geduld startte ik eerder dit jaar haar vierde plaat in. Ook Under Stars deed mij niet van mijn stoel springen, maar ik bleef 'm deze keer wél draaien - om de nummers langzaam maar zeker beter te horen worden.

Terwijl de voorman van support act Midas met Leids accent schattig probeert over te komen en het toepasselijke nummer Amy het beste uit hun oeuvre blijkt te zijn, vraag ik mij af hoeveel muzikanten er straks tezamen met Amy het podium op komen lopen. Rond 21.00 weten we het antwoord: het zijn er maar liefst vijf, de technicus niet meegerekend.

Openend met de titeltrack van het jongste album gevolgd door Don''t Tell Me That It's Over (dat ene nummer dat behoorlijk veel op Coldplays Clocks lijkt maar ondanks of dankzij dat (haalt u zelf door wat u niet van toepassing vindt) een erg lekker nummer is) zit het tempo er lekker in - maar uitbundig gedanst wordt er niet - de helemaal vooraanstaande kinderen en een enkele kaalhoofdige vijftiger daargelaten. Amy maakt een opmerking over het matige enthousiasme en informeert quasi-bezorgd of men er wel een leuke avond van wil maken, wat opnieuw een betrekkelijk lauwe reactie oplevert. Tsja, lieverd, ten eerste sta je niet voor een stel uitgelaten landgenoten maar betreft het hier nuchtere Groningers en ten tweede verstaat de helft je niet.

Het moet gezegd: concentratie is vereist om het Schotse accent van de zangeres te volgen. Maar wanneer de zaal hier eenmaal enigszins aan gewend is, laat het zich moeiteloos inpakken door de dertigjarige Amy, die ondanks de grote hoeveelheid tatoeages nog weinig van haar schattige-buurmeisje-met-gitaar-imago heeft hoeven inleveren. Het is dan ook niet moeilijk om het met haar eens te zijn: ze roemt de mix van leeftijden in het publiek (een uitstekende aangelegenheid om Youth of Today weer van stal te halen), weigert om haar stijl te veranderen wanneer radiostations haar geen airplay geven ("dit komt ook van mijn nieuwe album, maar je hebt het dus nog niet gehoord") en organiseert een altijd vermakelijke minibattle tussen de mensen vooraan en het zittende publiek als inleiding naar Slow It Down.

Zitten bij een concert als je ook (redelijk) vooraan kunt staan - mijn keuze zal het niet snel worden, maar gezien de op plaat toch vrij tamme muziek is het geen wonder dat alle zitplaatsen bezet zijn. This Is The Life - de grote hit van tien jaar terug - is ook live een uiterst aanstekelijk, maar ook zeer braaf en popliedje - en niet een uitgesproken meezinger. Gelukkig dat de iets stevigere platen van het debuutalbum ook aan bod komen er er meegeschreeuwd kan worden met Poison Prince (geschreven voor Pete Doherty) en Mr. Rock & Roll. 
4th of July had met de rijke bandbezetting prima in het wat stevigere rijtje gepast, maar helaas wordt hier gekozen voor een akoestische versie die helaas niet goed uit de verf komt, wat de technicus mag worden aangerekend; aan Amy zelf ligt het niet, die blijkt over een dijk van een stem te bezitten - nu eens ingehouden, dan weer bijna schreeuwerig, maar nooit zo dat het lelijk wordt. Gelukkig maar dat ze een herkansing krijgt wanneer alle muzikanten op de pianist na het podium verlaten en haar stem bij Never too late écht tot recht komt. Na de toegift speelt ze in haar eentje een magnifieke versie van Prepare to fall - waarmee het beste van het nieuwe album in ongeplugde versie tot ons kwam. De andere platen van het laatste album weten niet écht te overtuigen (al klinkt fijne opener Dream On natuurlijk niet ineens slecht) en de te frequente "aanwijzingen" van de gitarist om te gaan klappen of zwaaien beginnen op gegeven moment ook irritant te worden - en zo wordt voorlaatste track Down By The Water bijna een deceptie. Gelukkig maar dat afgesloten wordt met het beste nummer: Let's Start A Band van het (dat bleek maar weer eens vanavond) onverwoestbare debuut. Benieuwd hoeveel van de twaalfjarigen vooraan dit na vanavond in de praktijk willen brengen.

donderdag 16 maart 2017

White Lies - Oosterpoort (14-03-2017)

"Er zat drie jaar tussen onze vorige plaat en ons nieuwe album, maar we zijn blij dat we weer terug zijn". Aan het woord is Harry McVeigh, zanger van The White Lies, dat de avond voor de verkiezingen optreedt in de Oosterpoort. De band mag vanavond proberen mijn lauwe reactie op Friends teniet te doen.

De avond begint rond 19.45, wanneer we verbaasd zijn een nagenoeg lege zaal aan te treffen. De stoelen in de Grote Zaal van het Groningse poppodium zijn wel bijna allemaal bezet, maar zitten doen we wel als we weer naar de Schouwburg gaan. Eerst maar eens een drankje halen en wanneer de eerste klanken van voorprogramma Anteros (toen ik hier wat over wilde opzoeken, kwam ik op de website van een Utrechtse homovereniging uit, die de naam (ook) ontleend had aan de Griekse god van de wederliefde, maar dat geheel terzijde) luid en duidelijk de bar bereiken, besluiten we maar eens te gaan kijken hoe zij het er vanaf brengen en worden we bijkans verblind door het glitterpakje van de energieke zangeres. De zowel in vocaal opzicht als in podiumgedrag sterke gelijkenissen met Gwen Stefani vertonende Laura Hayden komt hier en daar wat aanstellerig over, maar als opwarmmuziek voldoet het wel en Breakfast blijkt zowaar een catchy muziekje om te onthouden. De andere bandleden doen in energie niet veel voor hun zangeres onder en nadat zij na een dik halfuur spelen van het podium is gehuppeld, produceren zijn gedrieën nog even een fijne lawaaimuur.

Tegen negenen (de zaal is intussen een stuk voller, maar van een uitverkocht concert kan geen sprake zijn - wellicht dat mensen het verkiezingsdebat uiteindelijk toch niet wilden laten schieten) lopen vier heren het podium op - de band is driekoppig maar breidt haar ledenbestand bij een concert normaliter uit naar vijf personen; Rob Lee hadden ze deze keer blijkbaar thuisgelaten. Natuurlijk hoop ik vooral op ouder materiaal, maar ik ben geenszins verbaasd wanneer er begonnen wordt met de openingstrack van het nieuwe album. Vervelend is het echter niet; Take It Out On Me is een sfeermaker met een fijn ritme. En voorts blijkt de band wel veel "liefdesliedjes" in haar oeuvre te hebben - er komen die avond vier tracks voorbij met "love" in de titel, waar There Goes Our Love Again de eerste is.
We worden daarna ronduit verwend met de titeltrack van To Lose My Life. Luid schreeuwend "let's grow old together and die at the same time" waan ik me bijna op een congres van HeliHenk. Om me heen kijkend is het jonge publiek dat vooraan staat juist weer enthousiaster bij het nummer daarna: Hold Back Your Love, waarmee de band "bewijst" van een rock- in een popband te zijn veranderd.

Drie jaar tussen Big TV (2013) en Friends (2016) - dat is waar McVeigh op doelde, en die tijd was (helaas) lang genoeg om een nieuw geluid te vinden, waar Friends het resultaat van is - minder pakkende riffs, meer synths, meer radiovriendelijk. Natuurlijk, in Getting Even (de vijfde song van de avond) komen de synths ook niet onderdanig om de hoek kijken, maar is het nummer zowel op plaat als live veel "rijker", en als na Price of Love (veel te vroeg) Farewell to the Fairground wordt ingezet, waarbij opnieuw de relatief koele reactie van de jonkies vooraan opvalt - met het nieuwe album is overduidelijk een nieuw publiek aangeboord - weet je als liefhebber van het oudere werk dat het beste níet voor het laatst wordt bewaard. Met twee tracks van het laatste album raak ik echt de aandacht kwijt en hoewel To Lose My Life net zoveel airplay krijgt als Friends is het middenstuk flets. A Place To Hide doet mij weer opveren, maar daarna is mijn scepsis definitief vastgesteld, wanneer het zwakke Swing als favoriet van de band wordt gepresenteerd. Het wordt slechts deels goedgemaakt door Death, omdat het refrein op een tempo wordt gespeeld dat helemaal niet bij de plaat past.

De driedelige toegift bevat naast hitje Big TV en liveprimeur Don't Fall gelukkig ook een plaat van het beste album van de heren, dat er helaas bekaaid vanaf kwam vanavond: Bigger Than Us is het slotakkoord van de band. Een paar heel fijne laatste minuten dus, maar de conclusie dat The White Lies zich echt heeft ontdaan van haar donkere geluid, komt een stuk minder prettig binnen.