donderdag 9 juli 2015

Na 12 jaar weer op Werchter (09-07-2015)

November 2014. Zoals elk jaar kan ik eind deze maand weer een kaarsje meer uitblazen dan het jaar daarvoor. Dit keer heeft mijn zus wel een heel speciaal verjaardagscadeautje in petto: na een min of meer mislukte zoektocht naar een leuk samen te bezoeken concert in Utrecht of Groningen, krijg ik een ticket voor heel veel optredens: een kaartje voor Rock Werchter.

Rock Werchter? Dat is lang geleden. In 2001 vierde ik het grootste Vlaamse eindexamenfeest voor het eerst mee en maakte ons festivalgezelschap voor het eerst kennis met typische Belgische fenomenen als "het lint" en "spa plat en spa bruis", evenementenbier gesponsord door Stella Artois, meesterlijke wafels waar ook de headliners niet vanaf konden blijven en bovenal een festival dat ondanks het herbergen van één podium en één tent jaar na jaar de grote Nederlandse festivals aftroefde wat betreft de line-up.
Niet wat betreft de sanitaire faciliteiten en de kampeeraccommodaties, trouwens. Dit weerhield ons er echter niet van het jaar daarna opnieuw naar Werchter af te zakken en daar onder meer The White Stripes, Chemical Brothers, Roger Sanchez en Madrugada aan het werk te zien. Ook bij de editie van 2003 - de jubileumeditie die vier dagen telt - zijn we van de partij.

Echter, die 30e aflevering (met Radiohead, Cypress Hill, Underworld, Calexico, Skin en Bjork - om maar wat te noemen) zou heel lang het laatst bezochte grote festival blijven. Tot dit jaar. Donderdag 26 juni ondernam ik voor het eerst in 12 jaar weer een treinreis naar Werchter, om eens te kijken hoe het er bijstond na een lange tijd van afwezigheid.

De organisatie had het dit jaar niet makkelijk - al was het natuurlijk ook wel een erg drastische beslissing om het festival een week te vervroegen vanwege één band. Het verhaal mag bekend zijn: die band was dus Foo Fighters, één van de zes afzeggingen deze editie. Ben Howard en Jessie J speelden Sjaak Afhaak gedurende het festival (helaas was niemand van de verantwoordelijken zo snugger om de wijzigingen in het programma die hiermee gepaard gingen via de lichtkranten wereldkundig te maken, waardoor menigeen een optreden misliep); in de aanloop naar het festival was al duidelijk dat we Sam Smith, JD McPherson, BADBADNOTGOOD (inderdaad) en dus Dave Grohl en zijn mannen niet aan het werk zouden zien. Vervangingen? Ja, ze waren er wel - maar stuk voor stuk mindere namen dan het origineel.

Nu is de term "grote naam" natuurlijk wel enigszins arbitrair, maar feit is wel dat RW2015 het in feite níet van de grote namen moest hebben dit jaar. Ja, natuurlijk leefde je tussen alle optredens door alvast naar het moment dat Matthew Bellamy op de zondagavond deze editie zou afsluiten met een groots en meeslepend optreden - want dat dát het zou zijn, daaraan twijfelde niemand. Echter: na drie dagen van ronduit tegenvallende headliners zou een tegenvallend Muse toch wel de doodsteek geworden zijn. Muse (voorafgegaan door een toch ook wel aan perfectie grenzend Kasabian) stelde nergens teleur en zorgde voor de show waar het publiek naar snakte - waar had de rest het dan zo laten liggen?

Om maar eens te beginnen met de twee grootste afgangen van dit jaar: Pharrell Williams en Lenny Kravitz. Het optreden van eerstgenoemde was één lange commercial en maakte vooral duidelijk hoe zwak zijn eigen nummers zijn en hoe leuk die van anderen (niet toevallig werd Daft Punks Get Lucky gedraaid bij het leeglopen van Klub C, waar even daarvoor dEUS' voorman Tom Barman met zijn project Magnus de toch al hoge tenttemperatuur nog enige graadjes had doen oplopen met een bijzonder strakke set). Goed, van Pharrell hadden we, eerlijk is eerlijk, ook niet anders verwacht. Maar Lenny Kravitz slaagde erin de halve festivalweide chagrijnig te krijgen vanwege het feit dat hij het publiek meer liet zingen dan hijzelf deed, een halfuur uittrok om door het publiek te lopen en van Let Love Rule een 35-minutenversie te maken (verscheidene festivalgangers die net buiten Klub C van een uiterst fris optreden van Selah Sue genoten, keken elkaar aan: "komt dit nummer nu alweer?"). Tot overmaat van ramp speelde hij ook slechts één nummer van Strut - zijn vorig jaar verschenen nieuwe plaat - en waren we niet vooral dáárvoor gekomen? Ongekend jammer van een optreden dat nog zo funky was begonnen.

Tsja, en dan is het even na elven, kom je The Barn niet meer in voor Damien Rice en dus blijf je voor het hoofdpodium staan wachten op de uitsmijter voor die avond, The Prodigy, die toch ook niet bepaald een eervol verleden heeft als live-band, vooral omdat dat "live" in de praktijk meestal alleen voor de vocalen geldt. Gelukkig is er een drummer en een gitarist en zo wordt het tot vervelens toe geschreeuwde "Yo my fuckin' Prodigy people" nog heel redelijk gecompenseerd, wat ook te danken is aan een goed uitgekiende setlist, met Breathe als opener en Smack My Bitch Up tactisch net na het optreden van de jarige Jobs van De Jeugd Van Tegenwoordig, die ook van hun derde Werchter-optreden een feestje maken. Zo wordt het terrein dan toch nog die dansende massa die wellicht al bij Chemical Brothers was verwacht. De afsluiters van de donderdagavond maakten het echter veel te bont met een volstrekt anonieme, matig gemixte, voor het grote publiek niet al te herkenbare en ook al niet bijzonder dansbare set, wat amper een halfuur na aanvang al resulteert in gigantische rijen richting de uitgang.
Rijen waren er ook de eerste dag - duizenden muziekliefhebbers moesten uren wachten voor ze het felbegeerde polsbandje ontvingen en misten zo de eerste donderdagoptredens van onder meer Years & Years, Eagles of Death Metal en Royal Blood (al ging laatstgenoemde zaterdag in de herkansing). Gedurende het festival kwam vaker de gedachte op dat Rock Werchter uit zijn voegen barst; het terrein is in de loop der jaren gegroeid, maar de capaciteit van de tenten niet - was je aan de late kant of kwam je halverwege een optreden aanzetten, kon je het vaak wel vergeten om nog een plekje binnen de tent te bemachtigen. De organisatie lijkt in dezen te geloven dat het overal op het terrein de hele dag even druk is...

Over de headliners hebben we nu genoeg gezegd (of wacht even, had ik Mumford & Sons al in dit rijtje genoemd? Die vielen ook al tegen - wie gaat er dan ook na praktisch elk nummer pauzeren?). Waar we het dan van moesten hebben? Van de power die de vrouwen tentoonspreidden op dit festival! De Vlaamse Selah Sue werd reeds genoemd, maar Patti Smith wist het publiek andermaal te betoveren, Florence hield met een bewonderenswaardige energie haar Machine op gang en Delila Paz van The Last Internationale bewees op de vroege vrijdagmiddag ook niet te groot te zijn voor het hoofdpodium. En zéker ook Seinabo Sey verdient een eervolle vermelding - allleen al vanwege haar flexibiliteit: de instrumenten lagen nog op één of ander vliegveld - dan maar a capella. Ondanks (of misschien wel dankzij) deze enorme pech liet Sey horen ook live over een prima strot te beschikken en oogstte ze lof bij het volledige publiek in Klub C met haar versie van Rather Be.

Nog even over die tenten (Klub C en The Barn dus): daar viel wel een zekere positieve ontwikkeling in 12 jaar te ontwaren. Fijn, die trappen aan weerszijden - enigszins bijtijds de tent in (al was dat met de hogere temperaturen niet altijd even aanlokkelijk)  en je verzekerde jezelf van én een tamelijk relaxte "zitwachtplaats" én een garantie voor een goede luisterplek met uitstekend zicht op het podium.
Donderdagavond leek SBTRKT bij tijd en wijle een Belgische band, zó enthousiast én alles meezingend was het gros van het publiek - de naam van de man achter het electronicaproject (dat vorig jaar met Wonder Where We Land toch wel één van de fijnste electro-albums uitbracht) doet dan ook wel wat Vlaams aan, maar Aaron Jerome is toch echt een Brit. Goed, Werchter had ook wel iets goed te maken: vorig jaar moest de band het veld ruimen vanwege een wedstrijd van de Rode Duivels op het WK in Brazilië. Waar de Belgen vorig jaar van Argentinië verloren, won SBTRKT deze slag met een niet al te radiovriendelijke maar wel meesterlijke set, zinderend van de bas en met een prima cover van Weird Fishes - Radiohead klonk live zelden beter.
Op dezelfde manier zaterdag in The Barn: met de besproken tactiek hoefde je niks te missen van de schattige Angus & Julia Stone, die het publiek al ingepakt hadden alvorens ook maar één enkele noot had geklonken - de fijnste noten zouden die van de Grease-vertolkingen worden. De ietwat verlegen en allerminst spraakzame Julia kan onmogelijk tot de powervrouwen gerekend worden, maar was duidelijk één van de publiekslievelingen - de crewleden die een kortstondige encore verhinderden, moesten het danig ontgelden: een striemend fluitconcert van het massaal gebleven publiek viel hen ten deel.

Ook Of Monsters And Men hoort in niet thuis in het powerrijtje - zangeres Nanna Bryndis en een Diederik Jekel-lookalike wisten het publiek maar matig te boeien met een vrij krachteloos optreden. Niet al te verrassend; het onlangs verschenen Beneath The Skin stond vooraf al niet garant voor spetterende uitvoeringen. Alleen de bekendste nummers van My Head is an Animal (2011) zorgden nog voor enige beweging bij de toeschouwers, die even daarvoor een stuk meer verwend werden door een energieke John Newman.

Niet dat dat altijd nodig is - een spetterend optreden. The War On Drugs, dat vorig jaar het alom geprezen Lost in the dream uitbracht (en ook voornamelijk nummers van die plaat speelde) was zaterdag een prima en bijzonder zuiver aperitief, maar klonk nergens spannend of sprankelend.  24 uur later deden de heren van Counting Crows wat we inmiddels van ze gewend zijn: nauwelijks mee te zingen versies van bekende nummers (het laatste album kwam mondjesmaat aan bod; er was ruim aandacht voor toppers als Round Here, Mr's Potter's Lullaby en Mr. Jones), dus prima liggend op een kleedje en nippend aan een biertje te volgen.
Van Blaudzun (zo'n beetje op élk festival te vinden de afgelopen periode) hadden we juist een wat meer "meezingbare" sessie verwacht, maar hij zette meerdere nummers op zo'n aparte wijze in dat zelf de doorgewinterde fan niet meteen doorhad om welk nummer het ging. Op deze manier kwam een verder heus niet slecht optreden nooit écht van de grond. Het plezier dat de bandleden onderling hebben spat er wél nog steeds vanaf. Wel weer jammer dat Johannes snel diende te moeten scoren over het hoofd van Thé Lau, door een nummer dat over iets heel anders gaat aan hem op te dragen. Eerbetonen konden rustig aan de organisatie worden overgelaten: een volle festivalweide zong luidkeels mee met het op grote schermen te volgen Iedereen is van de wereld. Zo was ook Werchter 2015 goed voor kippenvelmomentjes.

En dáár is het de festivalganger toch om te doen: die momentjes die je alleen of samen beleeft en die je je jaren later nog herinnert. Of die je wél weer snel vergeet, maar die daarom niet minder hilarisch of uniek waren. Het luidkeels zingen van Bohemian Rhapsody na het vuurwerk ter afsluiting van het optreden van Muse. Het massale applaus voor een meterslange slang van recyclebare plastic bekers, die zeker goed zou zijn voor een flinke lading vers evenementenbier. Het lange wachten voor de polsbandjes verzachten door elkaar proberen te overtroeven met slechte woordgrappen over Foo Fighters ("Dave verliet het terrein met knikkende knieën, de rest van de band vond dat hij moest blijven spelen maar hij hield zijn poot stijf, wel heeft hij een knieval gemaakt door te beloven volgend jaar naar Pinkpop te komen, etc.") Het spontaan gaan zingen van People are strange tijdens Kasabian - om een fractie van een seconde later dit uit de mond van de zanger te horen.
Kasabian was het één na laatste optreden op het hoofdpodium en nummer-2 in een opeenvolgende serie van drie puntgave en foutloze speelbeurten op de Main Stage; even daarvoor heeft The Script de harten van met name het vrouwelijke deel van Rock Werchter al even sneller doen kloppen, en dat ná Kasabian hét hoogtepunt zal plaatsvinden, daarover is iedereen het bij voorbaat eens. Maar men doet de band tekort om het als voorprogramma van Muse te presenteren: 48:13 blijkt live een uitstekend dansbare plaat, en naast The Doors gooien de heren er ook nog vleugjes Norman Cook en Beatles in en verzorgen zo één van de meest attractieve en veelzijdige optredens van deze editie.
Zoveel interactie als Kasabian tentoonspreidt, zo weinig is ervan over als dan, eindelijk, Muse voor een uitzinnige menigte verschijnt. Maar ook dáar hebben we op gerekend - en gezien de wederom prima setlistkeuze (publieksfavorieten en veel werk van Drones) wordt daar verder totaal niet om gemaald. Dat het optreden vrij abrupt is afgelopen, nemen we op de koop toe: een grandioze afsluiting van vier dagen muziek.

Werchter, maandagochtend. Wat De Jeugd Van Tegenwoordig al een paar dagen eerder aankondigde, wordt nu werkelijkheid: de tent wordt afgebroken en men sjokt naar de pendelbussen of parkeerplaatsen. De grote uittocht is begonnen; Rock Werchter 2015 zit erop. Altijd leuk om terug te keren op vertrouwde grond (oude liefde roest niet, ook niet na 12 jaar), maar na vier dagen van Dixies, evenementenbier en fastfood is het ook weer mooi geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten